Vijf tips waarmee jij het LinkedIn algoritme hackt

Online netwerken: noodzakelijk en helemaal van deze tijd. Eén klik op de knop en je hebt er weer een nieuwe connectie bij. Het grootste social media platform voor zakelijk netwerken is LinkedIn. Een oud-collega, iemand die je ontmoet hebt op een werkevent, je buurman of misschien een interessante onbekende, zij kunnen allemaal een waardevolle toevoeging zijn aan jouw netwerk.

LinkedIn is hét platform om te netwerken, content te delen en vacatures te bekijken. Met meer dan 690 miljoen leden is de kans groot dat jij hier, op professioneel vlak, het nodige uithaalt. Dat lijkt voordelig, maar meer leden betekent ook dat je je best moet doen om met jouw berichten op te vallen.

Voordat we je vijf tips geven om met jouw bericht meer bereik te genereren, is het belangrijk dat je begrijpt hoe het LinkedIn algoritme in elkaar zit. Eigenlijk werkt het een beetje hetzelfde als dat van Facebook en Instagram. LinkedIn filtert de content die geplaatst wordt op kwaliteit en bereik. Dit gebeurt in vier fases.

Fase 1: jouw bericht krijgt een categorie​

Je bericht is klaar. Je hebt er hard op gezwoegd, 3 keer herschreven en drukt nu dan toch op ‘plaatsen’. En dan?

Jouw bericht wordt na plaatsing door het algoritme onderverdeeld in één van de drie categorieën. Dit zijn spam, lage kwaliteit en hoge kwaliteit. Het is natuurlijk belangrijk dat jouw bericht in de laatste categorie valt.

Fase 2: tijd voor interactie​

Oké, de eerste stap is gezet: jouw bericht staat online! We gaan er natuurlijk vanuit dat deze binnen de categorie ‘hoge kwaliteit’ valt. De volgende stap is dat LinkedIn het bericht aan een kleine groep mensen laat zien. Een bot beoordeelt nu hoe goed jouw bericht scoort.

In deze fase geldt: hoe meer interactie, hoe beter! Zorg dat er mensen reageren, dat je likes krijgt, dat je bericht wordt opgeslagen en gedeeld.

Fase 3: verspreiden maar​

Was de uitkomst van fase 2 positief? Was er genoeg interactie met de post? Dan wordt jouw bericht verder verspreid en komt deze bij meer mensen op de tijdlijn. Hierbij kijkt LinkedIn ook naar jouw profiel en de kwaliteit van jouw eerdere berichten.

Fase 4: beoordeling door LinkedIn redacteuren​

Als je bericht fase vier heeft gehaald, dan heb je het goed gedaan! Deze wordt niet langer door een bot beoordeeld, maar door redacteuren van vlees en bloed. Redacteuren van LinkedIn proberen te begrijpen waarom jouw bericht zo goed werkt en gebruiken deze kennis voor het optimaliseren van het LinkedIn algoritme.

Nu je weet hoe het LinkedIn algoritme in elkaar steekt, hebben wij zoals beloofd nog vijf tips voor je. Zo speel je voortaan slim op het algoritme in.

Tip 1: kies de juiste tijd​

LinkedIn is een zakelijk netwerk, wat betekent dat de meeste mensen hier in het weekend of in de avonduren niet naar kijken. Wat is dan wel de beste tijd om te posten?

Je kan jouw bericht het best plaatsen op dinsdag tot en met donderdag tussen 07:00 en 09:00, tussen 11:00 en 12:00 of aan het einde van de werkdag tussen 17:00 en 18:00. Op deze tijden kijken de meeste gebruikers op LinkedIn.

Let op: dit zijn algemene aanbevelingen. De ideale tijd kan afwijken voor jouw doelgroep. Daarom raden we altijd aan om je statistieken in de gaten te houden en hier onderbouwde conclusies uit te trekken.

Tip 2: wees niet bang voor een lang bericht​

Nu je weet wanneer je het bericht moet plaatsen, kan het schrijven beginnen. LinkedIn geeft je de mogelijkheid om vrij lange teksten te maken. Wij raden aan om deze ruimte ook te gebruiken. Langere berichten werken vaak beter op LinkedIn dan korte, dus houd je vooral niet in en gebruik die volle 1300 tekens.

Let op: lange berichten werken goed, omdat je mensen langer bij je post houdt. Het is wel belangrijk dat je de lezer dus gedurende de hele tekst geboeid houdt, anders schiet het zijn doel voorbij.

Tip 3: gebruik passende hashtags​

Het bericht is af en kan geplaatst worden. Er missen alleen nog goede hashtags. Gebruik 3 tot 9 hashtags en genereer hiermee maximaal bereik. Controleer via de zoekbalk in LinkedIn of de hashtag die jij wil gebruiken veel volgers heeft.

Dit doe je door # in te typen en vervolgens een woord toe te voegen. Komt de hashtag naar voren? Dan kan je erop klikken en zie je hoeveel volgers deze heeft. Heeft de hashtag weinig volgers? Kies dan voor een andere.

Tip 4: gebruik geen externe linkjes​

Veel LinkedIn-gebruikers voegen externe links toe in hun LinkedIn-berichten. Logisch, maar dit heeft wel een negatief effect op je bereik. LinkedIn wil namelijk dat haar gebruikers op LinkedIn blijven en zal een bericht met externe linkjes dus niet of minder pushen.

Tip: wil je toch een link toevoegen? Plaats dan eerst het bericht en bewerk deze later door de link toe te voegen. Of deel de link in de eerste comment.

Tip 5: ga de interactie aan​

Zoals eerder benoemd, gaat je bericht door verschillende fases. Het is belangrijk om in de tweede fase meteen de interactie aan te gaan. Vraag vrienden, familie of collega’s om je bericht te liken en hierop te reageren. Dit brengt het algoritme op gang. Zet je meldingen aan en vergeet niet te reageren op de comments.

Gebruik deze vijf tips, zodat jouw bericht een flink bereik krijgt. Wie weet heb jij opeens de LinkedIn-redacteurs achter je aan!